1. De lidstaten kunnen ziektebestrijdingsmaatregelen nemen ter aanvulling van die van artikel 61, lid 1, artikel 62, artikel 65, leden 1 en 2, en artikel 68, lid 1, en in krachtens artikel 67 en artikel 68, lid 2, vastgestelde gedelegeerde handelingen, mits die maatregelen stroken met de bepalingen van deze verordening en noodzakelijk en evenredig zijn om de verspreiding van de in de lijst opgenomen ziekte, bedoeld in artikel 8, lid 1, onder a), tegen te gaan, rekening houdend met:
1. Outre les mesures prévues à l’article 61, paragraphe 1, à l’article 62, à l’article 65, paragraphes 1 et 2, à l’article 68, paragraphe 1, et dans les actes délégués adoptés en application de l’article 67 et de l’article 68, paragraphe 2, les États membres peuvent prendre des mesures supplémentaires de lutte contre la maladie à condition que celles-ci respectent les dispositions du présent règlement et soient nécessaires et proportionnées en vue de maîtriser la propagation de la maladie répertoriée visée à l’article 8, paragraphe 1, point a), compte tenu: