« § 3. Wanneer de onderzoeksmaatregelen een beperking inhouden van de bewegingsvrijheid, een inbeslagneming van materiële goederen, een huiszoeking of het afluisteren, kennis nemen en opnemen van privécommunicatie of -telecommunicatie, is het optreden van de overeenkomstig § 2 aangestelde magistraat verplicht».
« Lorsque les mesures d'instruction comportent une limitation de la liberté d'aller ou de venir, une saisie de biens matériels, une perquisition ou l'écoute, la prise de connaissance et l'enregistrement de communications ou de télécommunications privées, l'intervention du magistrat désigné conformément au § 2 est obligatoire».