Daaruit vloeit voort dat alle personen die geslaagd zijn voor het examen van beroepsbekwaamheid op de datum van hun benoeming reeds over een groot aantal in aanmerking te nemen anciënniteitsjaren beschikken en de meeste magistraten op relatief jonge leeftijd (49 jaar) reeds het maximum van hun geldelijke anciënniteit hebben bereikt.
Il en résulte que tous les lauréats de l'examen d'aptitude professionnelle disposent déjà à la date de leur nomination, d'un nombre important d'années d'ancienneté pécuniaire à un âge relativement jeune (49 ans).