5° hetzij sedert ten minste negen maanden onafgebroken recht hebben op het bestaansminimum bepaald bij de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, jonger zijn dan 25 jaar en niet in het bezit zijn van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs;
5° soit bénéficiaires sans interruption depuis au moins 9 mois du minimum de moyens d'existence prévu par la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens d'existence, âgés de moins de 25 ans et ne disposant pas d'un certificat de l'enseignement secondaire supérieur;