Maar het belangrijkste argument van Nederland berust op de gedachte dat de richtlijn, door octrooiering van geïsoleerde delen van het menselijk lichaam toe te staan, het onvervreemdbare karakter van levende menselijke materie aantast, dat onderdeel uitmaakt van het fundamentele recht van de menselijke waardigheid en de onaantastbaarheid van de persoon.
Mais le principal argument des Pays-Bas reposait sur l'idée que la directive, en permettant la délivrance de brevets pour des éléments isolés du corps humain, serait attentatoire au caractère inaliénable de la matière vivante humaine, qui est une composante du droit fondamental à la dignité humaine et à l'intégrité de la personne.