(1) De rechtsleer stelt dan weer dat de verdeling van een goed « een samenhangend geheel » beoogt, of een « samenhangend onroerend goed ».Zo vormen twee percelen die niet fysisch aan elkaar grenzen maar van elkaar gescheiden zijn door een natuurlijke hindernis zoals een weg of een waterloop geen goed bestaande uit één stuk.
(1) La doctrine, quant à elle, enseigne que la division d'un bien vise « un tout contigu » ou un « bien immobilier homogène ». Ainsi, deux parcelles qui ne se joignent pas physiquement, qui sont coupées par un obstacle naturel tel une voirie ou un cours d'eau, ne constituent pas un bien d'un seul tenant.