Art. 13. § 1. De bewaarder van de master stelt de FSMA, de feeder of, indien van toepassing, de beheervennootschap en de bewaarder van de feeder onmiddellijk in kennis van onregelmatigheden die hij bij de master constateert en die geacht worden een negatief effect op de feeder te zullen hebben.
Art. 13. § 1. Le dépositaire du master informe immédiatement la FSMA, le feeder ou, le cas échéant, la société de gestion et le dépositaire du feeder, de toute irrégularité qu'il constate en ce qui concerne le master, considérée comme ayant une incidence négative sur le feeder.