G. overwegende dat de wettige vraag van de burger naar veiligheid op het grondgebied van de Europese Unie niet kan worden losgekoppeld van de nagestreefde rechtvaardigheid die een van de identiteitskenmerken van de Europese Unie is; dat politiële maatregelen, hoe onontbeerlijk ook, slechts de symptomen van de maatschappelijke malaise kunnen bestrijden en geheel nutteloos en zelfs gevaarlijk worden als zij niet samengaan met meer justitiële samenwerking; dat justitiële samenwerking slechts mogelijk is als het nationale preventie- en repressiebeleid op Europees niveau wordt gecoördineerd,
G. considérant que la demande légitime de sécurité de la part de ceux qui vivent sur le territoire de l'Union ne peut être dissociée de l´objectif de justice qui constitue l'une des marques d´identité de l´Union européenne ; que, de ce fait, pour indispensables qu'elles soient, les mesures policières ne peuvent que s'attaquer aux symptômes du malaise social, mais deviennent inefficaces, voire dangereuses, si elles ne vont pas de pair avec le développement d'une coopération judiciaire ; qu'une telle coopération n'est à son tour possible qu
e si les politiques nationales de prévention et de répression sont coordonnées au niveau européen ;
...[+++] 
