103. merkt op dat de fysieke integratie van energie-infrastructuur tussen de EU-lidstaten een voorwaarde is voor het goed functioneren van de energiemarkten en het delen van elektriciteit over de grenzen heen; brengt in dit verband de conclusies van de Europese Raad van Barcelona van 2002 in herinnering, waarin werd bepaald dat een niet-bindend elektriciteitsinterconnectiestreefcij
fer van 10 % van de nationaal geïnstalleerde productiecapaciteit tegen 2005 moest zijn bereikt; wijst erop dat het merendeel van de lidstaten deze doelstelling niet heeft bereikt; verzoekt de Commissie bijgevolg bindende minima vast te stellen voor de grenso
...[+++]verschrijdende transmissiecapaciteit, en een mogelijk nieuw model en nieuwe toezeggingen voor de fysieke integratie van elektriciteitsinfrastructuur tussen de EU-lidstaten voor te stellen, samen met een duidelijk tijdskader voor de toepassing ervan; gelooft dat dit de grensoverschrijdende handel zou bevorderen; 103. note que l'intégration concrète des infrastructures énergétiques entre les États membres est une condition préalable au bon fonctionnement des marchés intérieurs et du partage transfrontalier de l'électricité; rappelle, à cet égard, les conclusions du Conseil européen de Barcelone de 2002, qui avait fixé un objectif non contraignant d'interconnexion de l'électricité de 10 % de la cap
acité de production nationale installée pour 2005; souligne que la majorité des États membres n'ont pas atteint cet objectif; demande par conséquent à la Commission de fixer des objectifs contraignants pour une capacité de transmi
...[+++]ssion transfrontalière minimale et de proposer un nouveau modèle et de nouveaux engagements en faveur de l'intégration concrète des infrastructures électriques entre les États membres ainsi qu'un calendrier précis de mise en œuvre; estime que cela devrait faciliter les échanges transfrontaliers;