In het arrest nr. 117/99 van 10 november 1999 heeft het Hof met name geoordeeld dat de artikelen 19 en 24 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, in die zin geïnterpreteerd dat de ambtenaar die een benoeming aanvecht, zijn belang bij het beroep verliest wanneer hij in de loop van de procedure op pensioen wordt gesteld, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden.
Dans l'arrêt n° 117/99 du 10 novembre 1999, la Cour a notamment estimé que les articles 19 et 24 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, interprétés en ce sens que le fonctionnaire qui attaque une nomination perd son intérêt au recours lorsqu'il est mis à la retraite au cours de la procédure, violaient les articles 10 et 11 de la Constitution.