In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen in de zaak nr. 6030 in het derde onderdeel van het derde middel beweren, is het, mede gelet op de voldoende duidelijke betekenis van het desbetreffende begrip en op het feit dat bij de beoordeling daarvan rekening dient te worden gehouden met het geheel van de omstandigheden die de situatie van de minderjarige bepalen, niet zonder redelijke verantwoording dat de wetgever geen nadere criteria heeft bepaald op grond waarvan de oordeelsbekwaamheid van de minderjarige dient te worden vastgesteld.
Contrairement à ce que les parties requérantes dans l'affaire n° 6030 font valoir dans la troisième branche du troisième moyen, il n'est pas sans justification raisonnable que le législateur n'ait pas prévu de critères plus précis pour constater la capacité de discernement du patient mineur, eu égard notamment à la signification suffisamment claire de la notion concernée et au fait que, pour apprécier celle-ci, il convient de tenir compte de toutes les circonstances qui déterminent la situation du patient mineur.