Door in het 3° van artikel 15, § 1, vierde lid, van het decreet « de vennootschappen met auteursrechten en naburige rechten » op gelijke voet te stellen, wijst de decreetgever de vennootschappen aan die representatief zijn voor twee onderscheiden categorieën van rechthebbenden, waarbij hij ze niet elk in een afzonderlijk lid vermeldt.
En mettant sur le même pied, au 3° de l'article 15, § 1, alinéa 4, du décret, « les sociétés d'auteurs et de droits voisins », le législateur décrétal désigne les sociétés représentatives de deux catégories distinctes d'ayants droit, tout en ne réservant pas à chacune d'elles un alinéa séparé.