In het middel wordt de situatie van de officieren, meer bepaald de officier-geneesheren, vergeleken naargelang zij de opleiding die voor hun functie is vereist als kandidaat-beroepsofficier of als burger hebben gevolgd; in dat laatste geval is het diploma vóór de indiensttreding bij het leger behaald en kan de opleidingsperiode niet gelden voor de anciënniteit van vijftien jaar die is voorgeschreven bij de bepaling waarop het middel betrekking heeft.
Le moyen compare la situation des officiers, notamment médecins, selon qu'ils ont suivi la formation requise par leur fonction en qualité de candidat officier de carrière ou en qualité de civil, le diplôme ayant été obtenu, dans ce dernier cas, antérieurement à l'engagement au sein de l'armée; dans ce cas, la durée de la formation n'est pas valorisable au titre de l'ancienneté de quinze ans prescrite par la disposition visée par le moyen.