Krachtens artikel 5 van de derde richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappeen van 14 mei 1990 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven (90/232/EEG, PB L 129 van 19 mei 1990, blz. 33), zijn de lidstaten gehouden een systeem en zelfs een informatiecentrum op te zetten dat de benadeelden in staat moet stellen schadevergoeding te bekomen van de verzekeraar die het gebruik van een motorrijtuig verzekert.
En vertu de l'article 5 de la troisième directive du Conseil des Communautés européennes du 14 mai 1990 concernant le rapprochement des législations des États membres relatives à l'assurance de la responsabilité civile résultant de la circulation des véhicules automoteurs (90/232/CEE, JO L 129 du 19 mai 1990, p. 33), les États membres sont tenus de mettre en place un système et même un centre d'information qui permettraient aux victimes d'obtenir une indemnisation de l'assureur qui couvre l'usage du véhicule.