33. merkt op dat vooruitgang naar een mondiaal klimaatakkoord van cruciaal belang is om de armoede aan te pakken en wijst in dit verband op het enorme potentieel aan natuurlijke rijkdommen - zon, wind, rivieren en getijden - die de Afrikaanse landen vaak in overvloed bezitten;
33. fait observer qu'il est essentiel de réaliser des progrès sur la voie d'un accord global en matière de climat pour lutter contre la pauvreté et, dans ce contexte, met l'accent sur l'immense potentiel offert par les ressources naturelles – soleil, vent, cours d'eau, marées –, que les pays africains possèdent souvent en abondance;