De in artikel 2 van het Koninklijk besluit bedoelde ambtenaren dragen de bevoegdheid tot het, overeenkomstig artikel 26, § 1, derde lid en § 2, tweede lid van de wet, bepalen v
an de dag waarop de mondelinge verdediging van de zaak plaatsvindt en het horen van betrokkene(n)
in deze mondelinge verdediging van de zaak, bedoeld in artikel 26, § 1, tweede lid, 2° en § 2, tweede lid van de wet, over aan de ambtenaren van de Voetbalcel van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie die minstens tot de klasse A1 behoren, met uitzondering va
...[+++]n de ambtenaar die met toepassing van artikel 25 van de wet proces-verbaal heeft opgesteld.
Les fonctionnaires visés à l'article 2 de l'Arrêté royal transfèrent la compétence de déterminer, conformément à l'article 26, § 1 , aliéna 3 et § 2, alinéa 2 de la loi, le jour auquel l'intéressé est invité à présenter sa défense orale et la compétence d'entendre la défense orale de l'intéressé telle que visée à l'article 26, § 1 , alinéa 2, 2° et § 2, alinéa 2 de la loi, aux fonctionnaires de la Cellule Football de la Direction générale Sécurité et Prévention appartenant au moins à la classe A1, à l'exception du fonctionnaire ayant dressé le procès-verbal en application de l'article 25 de la loi.