Ten aanzien van de sancties die eventueel kunnen worden opgelegd wanneer zou blijken dat misbruik w
ordt gemaakt van de mogelijkheid om opeenvolgende arbeid
sovereenkomsten van bepaalde duur te sluiten, heeft het Hof van Justitie al meermaals benadrukt dat uit de raamovereenkomst geen algemene verplichtin
g voortvloeit om te voorzien in de omzetting van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in een overeenkomst van onbepaalde duur (
...[+++]HvJ, 4 juli 2006, C-212/04, Adeneler, punt 91; 3 juli 2014, C-362/13, C-363/13 en C-407/13, Fiamingo e.a., punt 64; 26 november 2014, C-22/13, C-61/13 tot C-63/13 en C-418/13, Mascolo e.a., punt 80).
En ce qui concerne les sanctions susceptibles d'être infligées en cas de recours abusif à la possibilité de conclure des contrats de travail à durée déterminée successifs, la Cour de justice a souligné à plusieurs reprises déjà que l'accord-cadre n'édicte pas une obligation générale de prévoir la transformation en un contrat à durée indéterminée des contrats de travail à durée déterminée (CJUE, 4 juillet 2006, C-212/04, Adeneler, point 91; 3 juillet 2014, C-362/13, C-363/13 et C-407/13, Fiamingo e.a., point 64; 26 novembre 2014, C-22/13, C-61/13 à C-63/13 en C-418/13, Mascolo e.a., point 80).