Art. 14. § 1. Op vertoon van de voorafgaande machtiging verleend door de politierechtbank aan de nucleaire inspecteurs van het Federaal Agentschap die de inspecteurs van de Organisatie vergezellen, en op vertoon door deze laatsten van de documenten ten bewijze van hun hoedanigheid als inspecteur van de Organisatie erkend door de Gemeenschap en de partijen van de veiligheidscontroleovereenkomst zoals vervolledigd door het Aanvullend Protocol, is elke natuurlijke of rechtspersoon verplicht om aan de inspecteurs van de Organisatie toegang te verlenen ten einde plaatsgebonden milieusteekproeven uit te voeren op alle andere plaatsen dan deze gespecifieerd in de artikelen 10 en 11.
Art. 14. § 1. Sur présentation de l'autorisation préalable accordée par le tribunal de police aux inspecteurs nucléaires de l'Agence fédérale accompagnant les inspecteurs de l'Agence, et sur présentation par ces derniers des documents établissant leur qualité d'inspecteur de l'Agence agréé par la Communauté et les parties à l'Accord de garanties tel que complété par le Protocole additionnel, toute personne physique ou morale est tenue de permettre aux inspecteurs de l'Agence d'accéder, aux fins de l'échantillonnage de l'environnement dans un emplacement précis, à tout endroit, autre que ceux spécifiés aux articles 10 et 11.