Traduction de «mogelijke uitbreiding dringen » (Néerlandais → Français) :

Met het oog op de mogelijke uitbreiding dringen zich maatregelen op waarbij evenwel rekening gehouden wordt met de representativiteit en de significante vertegenwoordiging van de Lid-Staten.
Il s'impose dès lors de prendre les mesures nécessaires, dans la perspective d'un éventuel élargissement, en tenant compte toutefois de la représentativité et de la représentation significative des Etats membres.

c) Het Europese Parlement mag niet meer dan 700 leden tellen. Met het oog op de mogelijke uitbreiding dringen zich maatregelen op zonder daarbij aan de noodzakelijke evenwichten te raken.
c) Le Parlement européen ne peut compter plus de 700 membres et qu'il s'impose, dès lors, de prendre les mesures nécessaires dans la perspective d'un éventuel élargissement, sans pour autant modifier les indispensables équilibres.

Met het oog op de mogelijke uitbreiding dringen zich maatregelen op waarbij evenwel rekening gehouden wordt met de representativiteit en de significante vertegenwoordiging van de Lid-Staten.
Il s'impose dès lors de prendre les mesures nécessaires, dans la perspective d'un éventuel élargissement, en tenant compte toutefois de la représentativité et de la représentation significative des États membres.

17. merkt op dat de niet-kwantificeerbare fouten volgens de Commissie geen financiële gevolgen hebben gehad; neemt kennis van de aanzienlijke uitbreiding van het online-cursusaanbod door EuropeAid, alsmede van de aan uitzending voorafgaande seminars voor nieuwe delegatiehoofden enz., als strategie om het aantal niet-kwantificeerbare fouten terug te dringen; verwacht dat de Commissie laat zien of dit resulteert in een daling van het aantal niet-kwantificeerbare fouten; verzoekt de Commissie de controles vooraf te verbeteren om niet-kwantificeerbare fouten en mogelijke verliezen door de niet-naleving van de regels inzake bankgaranties te voorkomen;
17. observe qu'aux yeux de la Commission, les erreurs non quantifiables n'ont pas eu d'incidences financières; prend note de l'augmentation substantielle observée au niveau de la mise à disposition, par EuropeAid, de formations en ligne, ainsi que des séminaires de pré-affectation destinés aux chefs de délégation nouvellement nommés, comme stratégie visant à réduire le taux d'erreurs non quantifiables; attend de la Commission qu'elle démontre si ces mesures entraînent une réduction du nombre d'erreurs non quantifiables; invite la Commission à renforcer les contrôles ex ante afin de prévenir les erreurs non quantifiables et les possibles pertes résultant du non-respect des règles en matière de garantie bancaire;

17. merkt op dat de niet-kwantificeerbare fouten volgens de Commissie geen financiële gevolgen hebben gehad; neemt kennis van de aanzienlijke uitbreiding van het online-cursusaanbod door EuropeAid, alsmede van de aan uitzending voorafgaande seminars voor nieuwe delegatiehoofden enz., als strategie om het aantal niet-kwantificeerbare fouten terug te dringen; verwacht dat de Commissie laat zien of dit resulteert in een daling van het aantal niet-kwantificeerbare fouten; verzoekt de Commissie de controles vooraf te verbeteren om niet-kwantificeerbare fouten en mogelijke verliezen door de niet-naleving van de regels inzake bankgaranties te voorkomen;
17. observe qu'aux yeux de la Commission, les erreurs non quantifiables n'ont pas eu d'incidences financières; prend note de l'augmentation substantielle observée au niveau de la mise à disposition, par EuropeAid, de formations en ligne, ainsi que des séminaires de pré-affectation destinés aux chefs de délégation nouvellement nommés, etc., comme stratégie visant à réduire le taux d'erreurs non quantifiables; attend de la Commission qu'elle démontre si ces mesures entraînent une réduction du nombre d'erreurs non quantifiables; invite la Commission à renforcer les contrôles ex ante afin de prévenir les erreurs non quantifiables et les possibles pertes résultant du non-respect des règles en matière de garantie bancaire;

35. neemt nota van de bemoedigende initiatieven van de lidstaten om de combinatie van werk en gezinsleven mogelijk te maken, maar is van oordeel dat er nog maar weinig vooruitgang is geboekt; steunt derhalve de oproep van de Commissie aan de lidstaten en de sociale partners om een gezinsvriendelijke werkomgeving te bevorderen; wijst met het oog hierop op de noodzaak voor de lidstaten om kwantitatieve streefdoelen vast te stellen voor de uitbreiding van de voorzieningen voor de opvang van kinderen en andere afhankelijke personen door specifieke nationale streefdoelen vast te stellen om binnen vijf jaar het gemiddelde niveau te bereiken van de drie lidstaten die op dit gebied het best presteren; teneinde een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor het gezin mogelijk te maken, moet er meer worden gestreefd naar gezinsvriendelijke werkomgevingen door ook op lokaal niveau aan te dringen op flexibele werktijden, op uitbreiding en reorganisatie, ook ten aanzien van de dienstregeling, van openbare en particuliere diensten, op ouderschapsverlofregelingen en reïntegratie op de arbeidsmarkt na een werkonderbreking; doet in dit verband een beroep op de lidstaten om ervoor te zorgen dat ouders - vrouwen en mannen - geen nadelen ondervinden als zij proberen werk en gezinsleven samen te laten gaan of wanneer zij hun recht op ouderschapsverlof uitoefenen;
35. prend acte des initiatives encourageantes prises par les États membres pour concilier vie professionnelle et vie familiale, mais estime que les progrès restent limités; soutient dès lors la demande de la Commission aux États membres et aux partenaires sociaux de promouvoir des environnements de travail respectueux de la famille; à cet effet, souligne la nécessité pour les États membres de fixer des objectifs quantitatifs pour accroître l'offre de services de garde d'enfants et d'autres personnes dépendantes grâce à la définition d'objectifs nationaux spécifiques conçus de manière à atteindre, dans un délai de cinq ans, un niveau correspondant à la moyenne des trois États membres affichant les meilleurs résultats dans ce secteur; estime que pour permettre le partage équitable des responsabilités familiales, il convient de développer davantage des organisations de travail respectueuses de la famille en intervenant, même au niveau local, sur des dispositions concernant l'aménagement du temps de travail, sur le renforcement et la réorganisation des services publics et privés, s'agissant également des horaires, sur les programmes de congé parental et de réinsertion sur le marché du travail après une absence; demande à cet égard aux États membres de veiller à ce que les parents - femmes et hommes - ne soient pas traités de manière défavorable lorsqu'ils cherchent à concilier vie professionnelle et vie familiale ou qu'ils exercent leurs droits reconnus au congé parental;

34. neemt nota van de bemoedigende initiatieven van de lidstaten om de combinatie van werk en gezinsleven mogelijk te maken, maar is van oordeel dat er nog maar weinig vooruitgang is geboekt; steunt derhalve de oproep van de Commissie aan de lidstaten en de sociale partners om een gezinsvriendelijke werkomgeving te bevorderen; wijst met het oog hierop op de noodzaak voor de lidstaten om kwantitatieve streefdoelen vast te stellen voor de uitbreiding van de voorzieningen voor de opvang van kinderen en andere afhankelijke personen door specifieke nationale streefdoelen vast te stellen om binnen vijf jaar het gemiddelde niveau te bereiken van de drie lidstaten die op dit gebied het best presteren; teneinde een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor het gezin mogelijk te maken, moet er meer worden gestreefd naar gezinsvriendelijke werkomgevingen door ook op lokaal niveau aan te dringen op flexibele werktijden, op uitbreiding en reorganisatie, ook ten aanzien van de dienstregeling, van openbare en particuliere diensten, op ouderschapsverlofregelingen en reïntegratie op de arbeidsmarkt na een werkonderbreking; doet in dit verband een beroep op de lidstaten om ervoor te zorgen dat ouders - vrouwen en mannen - geen nadelen ondervinden als zij proberen werk en gezinsleven samen te laten gaan of wanneer zij hun recht op ouderschapsverlof uitoefenen;
34. prend acte des initiatives encourageantes prises par les États membres pour concilier vie professionnelle et vie familiale, mais estime que les progrès restent limités; soutient dès lors la demande de la Commission aux États membres et aux partenaires sociaux de promouvoir des environnements de travail respectueux de la famille; et, à cet effet, souligne la nécessité pour les États membres de fixer des objectifs quantitatifs pour accroître l'offre de services de garde d'enfants et d'autres personnes dépendantes grâce à la définition d'objectifs nationaux spécifiques conçus de manière à atteindre, dans un délai de cinq ans, un niveau correspondant à la moyenne des trois États membres affichant les meilleurs résultats dans ce secteur. Pour permettre le partage équitable des responsabilités familiales, il convient de développer davantage des organisations de travail respectueuses de la famille en intervenant, même au niveau local, sur des dispositions concernant l'aménagement du temps de travail, sur le renforcement et la réorganisation des services publics et privés, s'agissant également des horaires, sur les programmes de congé parental et de réinsertion sur le marché du travail après une absence. Demande à cet égard aux États membres de veiller à ce que les parents – femmes et hommes – ne soient pas traités de manière défavorable lorsqu'ils cherchent à concilier vie professionnelle et vie familiale ou qu'ils exercent leurs droits reconnus au congé parental.

9. neemt nota van de bemoedigende initiatieven van de lidstaten om de combinatie van werk en gezinsleven mogelijk te maken, maar is van oordeel dat er nog maar weinig vooruitgang is geboekt; steunt derhalve de oproep van de Commissie aan de lidstaten en de sociale partners om een gezinsvriendelijke werkomgeving te bevorderen; wijst met het oog hierop op de noodzaak voor de lidstaten om kwantitatieve streefdoelen vast te stellen voor de uitbreiding van de voorzieningen voor de opvang van kinderen en andere afhankelijke personen door specifieke nationale doelstellingen vast te stellen om binnen vijf jaar het gemiddelde niveau te bereiken van de drie lidstaten die op dit gebied het best presteren; teneinde een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheden voor het gezin mogelijk te maken, moet er meer worden gestreefd naar gezinsvriendelijke werkomgevingen door ook op lokaal niveau aan te dringen op flexibele werktijden, op uitbreiding en reorganisatie, ook ten aanzien van de dienstregeling, van openbare en particuliere diensten, op ouderschapsverlofregelingen en reïntegratie op de arbeidsmarkt na een werkonderbreking; doet in dit verband een beroep op de lidstaten om ervoor te zorgen dat ouders - vrouwen en mannen - geen nadelen ondervinden als zij proberen werk en gezinsleven samen te laten gaan of wanneer zij hun recht op ouderschapsverlof uitoefenen;
9. prend acte des initiatives encourageantes prises par les États membres pour concilier vie professionnelle et vie familiale, mais estime que les progrès restent limités; soutient dès lors la demande de la Commission aux États membres et aux partenaires sociaux de promouvoir des environnements de travail respectueux de la famille; à cet effet, souligne la nécessité pour les États membres de fixer des objectifs quantitatifs pour accroître l'offre de services de garde d'enfants et d'autres personnes dépendantes grâce à la définition d'objectifs nationaux spécifiques conçus de manière à atteindre, dans un délai de cinq ans, un niveau correspondant à la moyenne des trois États membres affichant les meilleurs résultats dans ce secteur; pour permettre le partage équitable des responsabilités familiales, il convient de développer davantage des organisations de travail respectueuses de la famille en intervenant, même au niveau local, sur des dispositions concernant l'aménagement du temps de travail, sur le renforcement et la réorganisation des services publics et privés, s'agissant également des horaires, sur les programmes de congé parental et de réinsertion sur le marché du travail après une absence; demande à cet égard aux États membres de veiller à ce que les parents – femmes et hommes – ne soient pas traités de manière défavorable lorsqu'ils cherchent à articuler vie professionnelle et vie familiale ou qu'ils exercent leurs droits au congé parental;