Art. 19. § 1. De leidend ambtenaar en de adjunct-leidend ambtenaar vertegenwoordigen de Dienst bij gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen en treden, binnen de grenzen van het dagelijks beheer, rechtsgeldig op in naam en voor rekening van de Dienst, zonder zich daarvoor te moeten beroepen op een beslissing van het Algemeen Beheerscomité.
Art. 19. § 1. Le fonctionnaire dirigeant et le fonctionnaire dirigeant adjoint représentent l'Office dans les actes judiciaires et extrajudiciaires et agissent valablement au nom et pour le compte de l'Office dans les limites de la gestion journalière, sans avoir à justifier d'une décision du Comité général de gestion.