Het tijdelijke karakter moet door de lidstaten op minimaal drie en maximaal twaalf maanden worden vastgesteld, en de lidstaten moeten ook vastleggen wat het concrete beschermingsniveau is boven de dekkingsgraad van 100 000 EUR, rekening houdend met de plaatselijke levensomstandigheden.
Il revient aux États membres de fixer cette durée, entre 3 mois au minimum et 12 mois au maximum, et de déterminer le niveau de protection concret pour les montants dépassant le niveau de garantie de 100 000 EUR, compte tenu des conditions de vie dans chaque État membre.