Art. 10. § 1. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 5, § 1, moeten de provincies en de gemeenten, waar een organisatie als bedoeld in artikel 3, 1°, c), is gevestigd, die opgericht of mede opgericht werd door die provincie of gemeente en die gesubsidieerd wordt als bedoeld in artikel 5, § 1, behoudens afwijkingen toegestaan door de Vlaamse regering, in een overeenkomst met deze organisatie een subsidieregeling bepalen, die goedgekeurd moet worden door de Vlaamse regering.
Art. 10. § 1. Sous réserve de l'application de l'article 5, § 1, les provinces et les communes où est établie une organisation telle que visée à l'article 3, 1°, c), fondée ou cofondée par cette province ou commune et subventionnée comme prévu à l'article 5, § 1, sauf dérogations accordées par le Gouvernement flamand, sont tenues de déterminer, dans une convention conclue avec cette organisation, un régime de subventionnement qui doit être approuvé par le Gouvernement flamand.
