2. Om de coherentie te verzekeren van ruimtelijke gegevens die betrekking hebben op een geografisch kenmerk dat zich over twee of meer lidstaten uitstrekt, moeten de lidstaten overeenstemming bereiken over de afbeelding en de plaats van dergelijke gemeenschappelijke kenmerken.
2. Afin de garantir la cohérence des données géographiques concernant un élément géographique qui englobe la frontière entre deux États membres ou plus, les États membres décident d'un commun accord, le cas échéant, de la représentation et de la position de ces éléments communs.