Wat de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft, vergelijken de verzoekende partijen de situatie van de veroordeelde of van de derden bedoeld in artikel 464/1, § 3, van het Wetboek van strafvordering in het kader van een SUO met die van een verdachte van het misdrijf van bedrieglijk onvermogen of van een misdrijf van witwassen.
En ce qui concerne la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, les parties requérantes comparent la situation du condamné ou des tiers visés à l'article 464/1, § 3, du Code d'instruction criminelle, dans le cadre d'une enquête pénale d'exécution, à celle de la personne inculpée d'insolvabilité frauduleuse ou de blanchiment.