Art. 5. § 1. De verstrekker van alternerende opleidingen kan, op basis van geobjectiveerde vaststellingen en na de vertegenwoordiger(s) van de onderneming te hebben gehoord, de erkenning van een onderneming opschorten of intrekken indien aan minstens één van de erkenningsvoorwaarden niet meer voldaan wordt of indien de onderneming niet meer permanent in staat is haar in de overeenkomst voor alternerend leren gepreciseerde verplichtingen na te komen.
Art. 5. § 1. L'opérateur de formation en alternance peut, sur la base de constats objectivés et après avoir entendu le ou les représentants de l'entreprise, suspendre ou retirer l'agrément à une entreprise si au moins une des conditions d'agrément n'est plus remplie ou si l'entreprise n'est pas, de manière constante, en mesure de remplir ses obligations précisées dans le contrat d'alternance.