Deze rusttijd mag worden ingekort tot een minimum van 36 achtereenvolgende uren indien hij in de gebruikelijke standplaats van het voertuig dan wel in de standplaats van de bestuurder wordt genoten, of tot ten minste 24 achtereenvolgende uren indien hij buiten deze plaatsen wordt genomen.
Cette période de repos peut être réduite à un minimum de 36 heures consécutives si elle est prise au point d'attache habituel du véhicule ou au point d'attache du conducteur, ou à un minimum de 24 heures consécutives si elle est prise en dehors de ces lieux.