6. De partijen zie erop toe dat de maatregelen die op tot het voeren van hun vlag gemachtigde vaartuigen worden toegepast, ten minste even doeltreffend IOO-visserij en aan de visserij verwante activiteiten ter ondersteuning van dergelijke visserij voorkomen, tegengaan en beëindigen als de maatregelen die gelden voor de in artikel 3, lid 1, bedoelde vaartuigen.
6. Chaque partie veille à ce que les mesures appliquées aux navires autorisés à battre son pavillon soient au moins aussi efficaces que les mesures appliquées aux navires visés au paragraphe 1 de l’article 3 pour prévenir, contrecarrer et éliminer la pêche INDNR et les activités liées à la pêche en soutien à la pêche INDNR.