De bij de bestreden wet voorgeschreven plaatsingsmaatregel verschilt geenszins van de bewaringsmaatregelen die zijn voorgeschreven bij artikel 37 van de wet van 8 april 1965 en die de jeugdrechtbank, krachtens artikel 36, 4, van dezelfde wet, kan nemen wanneer het door het openbaar ministerie wordt geëist voor « personen die vervolgd worden wegens een als misdrijf omschreven feit, gepleegd vóór de volle leeftijd van achttien jaar ».
La mesure de placement organisée par la loi attaquée ne diffère en rien des mesures de garde qui sont prévues par l'article 37 de la loi du 8 avril 1965 et que le tribunal de la jeunesse peut prendre, en vertu de l'article 36, 4, de la même loi, sur réquisition du ministère public à l'égard des « personnes poursuivies du chef d'un fait qualifié infraction, commis avant l'âge de dix-huit ans accomplis ».