Voor de berekening van de dienstanciënniteit bedoeld in deze paragraaf worden in aanmerking genomen voor hun werkelijke duur de diensten die in aanmerking komen voor de berekening van het rustpensioen, met inbegrip van de nuttige ervaring binnen de perken bedoeld in artikel 17 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgestel
d personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, met uitsluiting van de bonificaties wegens studies, alsmede de andere periodes vermeerderd als diensten toegelaten voor het
vaststellen van de ...[+++]wedde.
Pour le calcul de l'ancienneté de service visée au présent paragraphe, sont pris en considération, pour leur durée réelle, les services qui entrent en ligne de compte dans le calcul de la pension de retraite, en ce compris l'expérience utile dans les limites fixées par l'article 17 de l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant statut pécuniaire du personnel enseignant, scientifique et assimilé, du Ministère de l'Instruction publique et à l'exclusion des bonifications pour études, et des autres périodes bonifiées à titre de services admis pour la détermination du traitement.