De bijkomende kosten betreffende een materiële investering worden behandeld zoals een materiële investering, uitgezonderd de in klasse 20 van het genormaliseerd minimum boehoudplan opgenomen vestigingskosten, waarmee geen rekening gehouden wordt.
Les frais accessoires relatifs à un investissement matériel suivent le traitement de l'investissement matériel, à l'exception des frais d'établissement repris à la classe 20 du plan comptable minimum normalisé, qui ne sont pas pris en considération.