Het spreekt voor zich dat die procedure niet kan worden
aangewend om aan de militaire overheid toe te staan dat ze onteigent zonder de procedures t
oe te passen waarin daartoe is voorzien, des te meer daar, in tegenstelling tot de toestand die in 1939 bestond, toen de termijnen voor onteigenin
g het niet mogelijk maakten " in 't bezit van een onroerend goed te komen vóór een tijdsverloop van tenminste drie maanden" (Verslag aan Koni
...[+++]ng voorafgaand aan het koninklijk besluit nr. 31, Belgisch Staatsblad, 27 augustus 1939, p. 5854), de wet van 26 juli 1962 " betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte" , een snelle inbezitneming mogelijk maakt.
Il va de soi que cette procédure ne pourrait être utilisée pour permettre à l'autorité militaire de réaliser une expropriation sans mettre en oeuvre les procédures prévues à cette fin, d'autant que, contrairement à la situation existant en 1939, où les délais d'expropriation ne permettaient pas " d'entrer en possession d'un immeuble avant un laps de temps de trois mois au maximum" (Rapport au Roi précédant l'arrêté royal n° 31, Moniteur belge, 27 août 1939, p. 5854), la loi du 26 juillet 1962 " relative à la procédure d'extrême urgence en matière d'expropriation pour cause d'utilité publique" permet une prise de possession rapide.