3. constateert dat de regeringen in de ontwikkelingslanden hun parlement en maatschappelijk middenveld onvoldoende handelingsvrijheid hebben gegeven om daadwerkelijke eigen verantwoordelijkheid mogelijk te maken; dringt er bij de Unie op aan de verbintenissen van Parijs en Accra te versterken door de democratische eigen verantwoordelijkheid voor ontwikkelingsbeleid, -planning en -maatregelen te bevorderen via nauwe betrokkenheid van en volledige verantwoording tegenover alle ontwikkelingspartners;
3. observe que les gouvernements des pays en développement n'ont pas laissé à leur parlement et à leur société civile la marge de manœuvre nécessaire pour permettre une réelle appropriation; demande instamment à l'Union de renforcer les engagements contenus dans la déclaration de Paris et le programme d'action d'Accra en encourageant l'appropriation démocratique des politiques, des projets et des mesures de développement grâce à un engagement total auprès de tous les acteurs du développement et l'obligation de leur rendre des comptes;