Het Fonds werd belast met de constructie en de verkoop van 1.000 woningen aan gezinnen, idealiter in de volgende verhouding : 30 % gezinnen met inkomenbarema's die gelden binnen de sociale huisvesting, 40 % met een bescheiden inkomen en 30 % gezinnen met een middelgroot inkomen (volgens de barema's die gelden in de kredietsector van het Fonds).
Le Fonds a été chargé de construire et vendre 1.000 logements à des ménages, idéalement dans la proportion suivante : 30 % de ménages dont les revenus relèvent des barèmes du logement social, 40 % dont les revenus sont « modestes » et 30 % de ménages à revenus « moyens » (suivant les barèmes d'application dans le secteur des crédits du Fonds).