In het geval van mevrouw Adamu heeft haar « nicht » haar verhaal uitgevonden zich baserend op een afdoende kennis van de vaste rechtspraak van het CGVS, namelijk een interpretatie van de vluchtelingenconventie die de fundamentele vrouwenrechten poogt te beschermen.
Dans le cas de Mme Adamu c'est sa « cousine » qui a inventé son histoire en se basant sur une connaissance suffisante de la jurisprudence constante du CGRA, à savoir une interprétation de la convention sur les réfugiés qui tentent de protéger les droits fondamentaux des femmes.