G. overwegende dat het werk van de Unie en de lidstaten met en in de Mensenrechtenraad moet worden versterkt, niet alleen om een ondeelbare visie op de mensenrechten te laten gelden, maar ook om beter rekening te houden met aanbevelingen van de Mensenrechtenraad en deze beter uit te voeren in het mensenrechtenbeleid van de Unie, zowel intern als extern;
G. considérant que le travail de l'Union et de ses États membres avec et au sein du CDH doit être renforcé, non seulement pour faire valoir une vision indivisible des droits de l'homme, mais aussi pour mieux tenir compte et mettre en œuvre les recommandations du CDH dans la politique des droits de l'homme de l'Union tant au niveau interne qu'externe;