De minister meent dan ook dat in dat geval, zelfs indien men het amendement aanneemt, de huidige regel blijft voortbestaan waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand of de geconfronteerde overheid zal uitmaken of de akte als zodanig kan volstaan. Hierbij dient men een onderscheid te maken tussen een aantal hypothesen.
La ministre pense donc que même si l'amendement est adopté, la règle actuelle subsistera et l'officier de l'état civil ou l'autorité confrontée au problème déterminera si l'acte peut suffire comme tel. Il y a lieu de faire en la matière une distinction entre un certain nombre d'hypothèses.