§ 1. Niemand mag de ambten van assistent uitoefenen in het hoger onderwijs voor sociale promotie en van het lange type indien hij het diploma niet bezit van doctor in de geneeskunde, van doctor in de veeartsenijkunde, van apotheker,
van ingenieur, van meester of van licentiaat toegekend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 5 september 1994 houdende regeling van de universitaire studies en de academische graden, van architect, van ingenieur of van licentiaat, uitgereikt door het hoger onderwijs van het lange type, of door een examencommissie van het hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap, of van een bekwaamheidsbewijs waar
...[+++]voor de houder de gelijkstelling met een dergelijk diploma heeft bekomen.
§ 1er. Nul ne peut exercer les fonctions d'assistant dans l'enseignement supérieur de promotion sociale et de type long s'il n'est porteur d'un diplôme de docteur en médecine, de docteur en médecine vétérinaire, de pharmacien, d'ingénieur, de maître ou de licencié conféré conformément aux dispositions du décret du 5 septembre 1994 relatif au régime des études universitaires et des grades académiques, d'architecte, d'ingénieur ou de licencié délivré par l'enseignement supérieur de type long, ou par un jury d'enseignement supérieur de la Communauté française, ou d'un titre dont le porteur a obtenu l'assimilation à un tel diplôme.