Art. 36. De Vlaamse Regering kan de voorwaarden bepalen waarbij in de gevallen, vermeld in artikelen 29 tot en met 35, geen verplichting bestaat om een nieuw orienterend bodemonderzoek uit te voeren of een verplichting bestaat om slechts een beperkte aanvulling van het meest recente oriënterend bodemonderzoek uit te voeren.
Art. 36. Le Gouvernement flamand peut déterminer les conditions auxquelles, dans les cas visés aux articles 29 à 35 inclus, soit il n'existe pas d'obligation d'effectuer une nouvelle reconnaissance d'orientation du sol, soit il n'existe qu'une obligation d'effectuer un complément limité de la reconnaissance d'orientation du sol la plus récente.