Aangezien de bestekken die zijn vastgesteld in hoofdstuk I van de koninklijke besluiten van 7 maart 1995 en van 24 oktober 1997 en in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 18 januari 2001, van rechtswege op de drie operatoren in kwestie van toepassing zijn, vormt de aanpassing van de bestekken die vervat zijn in die drie koninklijke besluiten in kwestie, het meest geschikte wettelijke middel om die operatoren aanvullende verplichtingen op te leggen inzake bestrijding van diefstal van eindapparatuur.
Dans ces conditions, comme les cahiers des charges définis dans le chapitre Ier des arrêtés royaux du 7 mars 1995 et du 24 octobre 1997 et dans le chapitre II de l'arrêté royal du 18 janvier 2001 s'appliquent de plein droit aux trois opérateurs en question, le moyen juridique le plus approprié pour imposer des obligations additionnelles à ces opérateurs en matière de lutte contre les vols d'équipements terminaux est d'adapter les cahiers des charges contenus dans les trois arrêtés royaux en question.