Art. 5. Onverminderd artikel 6, wordt bij ontstentenis of afwezigheid van het personeelslid dat krachtens de artikelen 2 tot 4 aangewezen is als bev
oegde hiërarchische meerdere en mits er niemand formeel tijdelijk werd aangesteld als leidinggevende van de ambtenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure, als bevoegde hiërarchische meerdere aangewezen de houder van een management- of staffunctie of een ambtenaar behorend tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van genoemde artikelen, die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de am
...[+++]btenaar die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure.Art. 5. Sans préjudice de l'article 6, en cas d'empêchem
ent ou d'absence du membre du personnel qui en vertu des articles 2 à 4 est désigné comme supérieur hiérarchique compétent et pour autant que personne n'ait été désigné tempor
airement de manière formelle en tant que dirigeant de l'agent faisant l'objet d'une procédure disciplinaire, le titulaire d'une fonction de management ou d'une fonction d'encadrement ou un agent appartenant à la même classe ou à une classe supérieure à celle reprise dans la colonne 2 des articles précités,
...[+++]qui dans la structure organisationnelle occupe dans l'ordre croissant de la hiérarchie la place la plus proche de l'agent qui fait l'objet d'une procédure disciplinaire, est désigné comme supérieur hiérarchique compétent.