De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of het bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wanneer de burgerlijke rechtsvordering tot vergoeding van de
schade die uit een mededingingsinbreuk voortvloeit, kan verjaren vooraleer een in kracht van gewijsde gegane uitspraak het bestaan van een
mededingingsinbreuk vaststelt, terwijl artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering tot gevolg heeft dat voor feiten die als een misdrijf kunnen worden gekwalifice
...[+++]erd, de verjaringstermijn uit artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek niet tegen het slachtoffer loopt zolang de strafvordering niet is verjaard.Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition est compatible avec le principe d'égalité et de non-discrimination lorsque l'action civile en réparation du préjudice résultant d'une infr
action en matière de concurrence peut se prescrire avant qu'une décision passée en force de chose jugée ait constaté l'existence d'une infraction en matière de concurrence, alors que l'article 26 du titre préliminaire du Code de procédure pénale a pour effet que, pour des faits qualifiables d'infractions pénales, le délai de prescription résultant de l'article 2262bis, § 1, alinéa 2, du Code civil ne s'écoule pas au détriment de la victime aussi long
...[+++]temps que l'action publique n'est pas prescrite.