In zijn advies merkt de Raad v
an State op dat het mechanisme van de voorafgaande instemming met de wijzigingen die aangebracht zouden worden in de bijlage bij het Ballastwaterverdrag welk mechanisme vervat is in artikel 3 van het voorliggende ontwerp, niets afdoet aan de verplichting, voortvloeiend uit artikel 190 van de Grondwet en uit artikel 8 van de wet van 31 mei 1
961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen om die wijzigingen bekend te maken in
...[+++]het Belgisch Staatsblad opdat ze in het interne recht gevolg hebben.
Dans son avis, le Conseil d'État observe que le mécanisme d'assentiment anticipé aux amendements qui seraient apportés à l'annexe de la Convention des eaux de ballast, que prévoit l'article 3 du projet examiné, n'emporte pas dérogation à l'obligation, qui découle de l'article 190 de la Constitution et de l'article 8 de la loi du 31 mai 1961 relative à l'emploi des langues en matière législative, à la présentation, à la publication et à l'entrée en vigueur des textes légaux et réglementaires, de publier au Moniteur belge ces amendements pour qu'ils produisent leurs effets en droit interne.