In toepassing van artikel 26bis, § 1, achtste lid en artikel 26bis, § 2bis, derde lid van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de grens van 65 uren boven de gemiddelde arbeidsduur gedurende de referteperiode gebracht op 130 uren en wordt het maximum aantal achtereenvolgend gepresteerde overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust verhoogd tot 130 uren per kalenderjaar.
En application de l'article 26bis, § 1, huitième alinéa et de l'article 26bis, § 2bis, troisième alinéa de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, la limite de 65 heures au-delà de la durée de travail moyenne au cours de la période de référence est portée à 130 heures et le nombre maximum d'heures prestées consécutivement pour lesquelles le travailleur peut renoncer au repos de récupération est porté à 130 heures par année civile.