In de tuinbouw mocht de werknemer niet meer dan 65 dagen per jaar werken en de werkgever kon slechts gedurende maximaal 95 piekdagen gelegenheidsarbeiders tewerk stellen.
Dans l'horticulture, le travailleur ne pouvait excéder les 65 jours de travail par an et l'employeur pouvait faire appel à des travailleurs occasionnels pendant 95 jours de pointe au maximum.