De verwijzende rechter vraagt het Hof naar de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van dat verschil in behandeling dat tot gevolg heeft dat de betrokken patiënten de mogelijkheid wordt ontzegd een beroep te doen op een apotheker voor de import van een geneesmiddel waarvoor een vergunning voor het in de handel brengen werd verleend maar dat nog niet in België op de markt is gebracht.
Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de cette différence de traitement qui a pour effet de priver les patients concernés de la possibilité d'avoir recours à un pharmacien pour l'importation d'un médicament qui a fait l'objet d'une autorisation de mise sur le marché mais qui n'est pas encore commercialisé en Belgique.