Aangezien de uitoefening van het parlementair mandaat de essentiële activiteit moet zijn, mag de som van de door het parlementslid voor zijn openbare mandaten ontvangen inkomsten, de helft van de parlementaire vergoeding (1) niet overschrijden.
L'activité parlementaire devant être l'activité essentielle, la somme des revenus perçus par le parlementaire en raison de ses mandats publics ne peut excéder la moitié de l'indemnité parlementaire (1).