b) dat de bestuurders hun mandaat belangeloos moeten uitoefenen; de eventuele aanwezigheid van een bezoldigd personeelslid in de bestuurorganen moet voldoen aan de geest van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstoogmerk en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
b) que les administrateurs exercent leur mandat à titre gracieux; la présence éventuelle d'un membre du personnel rémunéré au sein des organes d'administration doit être conforme à l'esprit de la loi du 27 juin 1921 accordant la personnalité civile aux associations sans but lucratif et aux établissements d'utilité publique.