In hun memorie van antwoord verduidelijken de verzoekende partijen dat de verwi
jzing in het middel naar de wetten van 8 december 1992 en 11 december 1998 er uitsluitend toe strekt het verschil in behandeling te illustreren tussen, enerzijds, personen die worden v
erdacht deel uit te maken van een schadelijke sektarische organisatie en die het voorwerp kunnen uitmaken van de verwerking door het Centrum van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 6, § 3, van de bestreden wet
...[+++]en, anderzijds, de algemene regeling voor de verwerking van persoonsgegevens, zoals geregeld door de voormelde wetten.Dans leur mémoire en réponse, les parties requérantes expliquent que la
référence, dans le moyen, aux lois du 8 décembre 1992 et du 11 décembre 1998 a exclusivement pour but d'illustrer le traitement différent qui est réservé aux personnes présumées appartenir
à une organisation sectaire nuisible et qui peuvent faire l'objet d'un traitement, par le Centre, de données à caractère personnel, tel que visé à l'article 6, § 3, de la loi attaquée, par rapport au régime commun du traitement des données à caractère personnel réglé par les loi
...[+++]s précitées.