Wanneer het comité kandidaturen voor de graad van majoor onderzoekt, moeten het tijdelijk lid benoemd in de graad van kolonel alsook zijn plaatsvervanger overeenkomstig hetzelfde artikel 2 het bewijs hebben geleverd van de grondige kennis van een der twee landstalen en het tijdelijk lid benoemd in de graad van luitenant-kolonel alsook zijn plaatsvervanger dit van de grondige kennis van de andere landstaal.
Lorsque le comité examine des candidatures au grade de major, le membre temporaire nommé au grade de colonel ainsi que son suppléant doivent avoir justifié conformément au même article 2 de la connaissance approfondie de l'une des deux langues nationales et le membre temporaire nommé au grade de lieutenant-colonel ainsi que son suppléant, de la connaissance approfondie de l'autre langue nationale.