Art. 3. Elke Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor om, na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij een exploitatievergunning voor een door de andere Overeenkomstsluitend
e Partij aangewezen maatschappij te weigeren of in te trekken, indien zij niet beschikt over het bewijs dat het merendeel van de eigendom van en het daadwerkelijk toezicht op die maatschappij berusten bij de onderdanen van deze of gene Overeenkomstsluitende Partij of indien de aangewezen maatschappij zich niet houdt aan de in artikel 4 bedoelde wetten en voorschriften dan wel de voorwaarden waartegen de in deze Overeenkomst
omschreve ...[+++]n rechten werden verleend, niet naleeft.
Art. 3. Chaque Partie contractante, se réserve le droit, après consultation avec l'autre Partie contractante, de refuser ou de révoquer une autorisation d'exploitation à une entreprise désignée de l'autre Partie contractante lorsqu'elle n'a pas la preuve que la majeure partie de la propriété et le contrôle effectif de cette entreprise sont entre les mains de ressortissants de l'une ou de l'autre Partie contractante ou lorsque l'entreprise désignée ne se conforme pas aux lois et règlements visés à l'article 4 ci-après, ou n'observe pas les conditions auxquelles ont été accordés les droits spécifiés au présent Accord.